Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stoot·te aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanstoten

stootte aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanstoten
    • Ik stootte aan. 
    • Jij stootte aan. 
    • Hij, zij, het stootte aan. 
Synoniemen


Gangbaarheid