stoornisdenken
- stoor·nis·den·ken
- samenstelling van stoornis zn en denken zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoornisdenken | |
verkleinwoord |
stoornisdenken
- manier van denken waarbij ieder lichamelijk of psychisch ongemak wordt gezien als een bepaalde stoornis met een bepaalde naam
- ▸ Door dit biomedisch accent van de laatste decennia veranderen moeilijkheden van kinderen die vastlopen in onze veeleisende maatschappij in hersenproblemen. De oorzaak van de problemen wordt dus in toenemende mate bij het kind zelf gelegd. Batstra stelt met nadruk dat ‘we vastzitten in het stoornisdenken’. Volgens haar krijgen te veel kinderen een etiket met een stoornis opgeplakt. Waarbij de oorzaak en de oplossing voor het probleemgedrag eenzijdig bij het kind en de ouders worden neergelegd. Batstra: ‘Dat kind kan zich daar vervolgens ook naar gaan gedragen. Naar mijn mening is er veel te weinig aandacht voor maatschappelijke en omgevingsfactoren.’[1]
- Het woord 'stoornisdenken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Martin Althof“‘We zitten vast in het stoornisdenken’” (25 februari 2020)