Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stond te·recht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terechtstaan

stond terecht

  1. enkelvoud verleden tijd van terechtstaan
    • Ik stond terecht. 
    • Jij stond terecht. 
    • Hij, zij, het stond terecht. 


Gangbaarheid