stond terecht
- stond te·recht
vervoeging van |
---|
terechtstaan |
stond terecht
- enkelvoud verleden tijd van terechtstaan
- Ik stond terecht.
- Jij stond terecht.
- Hij, zij, het stond terecht.
- Ik stond terecht.
- Het woord stond terecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.