stond buiten
- Geluid: stond buiten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɔnt ˈbœytə(n) / (3 lettergrepen)
- stond bui·ten
vervoeging van |
---|
buitenstaan |
stond (…) buiten
- enkelvoud verleden tijd van buitenstaan
- Ik stond buiten.
- Jij stond buiten.
- Hij, zij, het stond buiten.
- Ik stond buiten.
- Het woord stond buiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.