stilstand
- stil·stand
- samenstelling van stil en stand [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stilstand | stilstanden |
verkleinwoord | stilstandje | stilstandjes |
de stilstand m
- bewegingloosheid
- ▸ Ik schrok me rot, ze kwamen pas 70 meter lager tot stilstand.[2]
- het ophouden van een ontwikkeling, beweging of werking
- ademhalingsstilstand, ademstilstand, circulatiestilstand, hartstilstand, hoogwaterstilstand, laagwaterstilstand, machinestilstand, polsstilstand, wapenstilstand, zonnestilstand
- Het woord stilstand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stilstand" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be