Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sticht·ten aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanstichten

stichtten (…) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanstichten
    • Wij stichtten aan. 
    • Jullie stichtten aan. 
    • Zij stichtten aan. 

Gangbaarheid