steunzool
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- steun·zool
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van steun ww en zool [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steunzool | steunzolen |
verkleinwoord | steunzooltje | steunzooltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) een binnenzool voor in een schoen die de voeten, en met name de voetbogen extra ondersteunt
Gangbaarheid
- Het woord steunzool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steunzool" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be