stelden samen
- Geluid: stelden samen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɛldə(n) ˈsamə(n) / (4 lettergrepen)
- stel·den sa·men
vervoeging van |
---|
samenstellen |
stelden (…) samen
- meervoud verleden tijd van samenstellen
- Wij stelden samen.
- Jullie stelden samen.
- Zij stelden samen.
- Wij stelden samen.
- Het woord stelden samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.