stelden
- Geluid: stelden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɛldə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈstɛɫ.də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈstɛɫ.də(n)/
- (Limburg): /ˈstɛl.də(n)/
- stel·den
vervoeging van |
---|
stellen |
stelden
- meervoud verleden tijd van stellen
- Wij stelden.
- Jullie stelden.
- Zij stelden.
- Wij stelden.
- ▸ De vier cursisten waren tussen de 70 en 80 jaar en stelden allerlei vragen aan deze nieuwe vogel aan tafel.[1]
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers