• stel voor
vervoeging van
voorstellen

stel voor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstellen
    • Ik stel voor. 
  2. gebiedende wijs van voorstellen
    • Stel voor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstellen
    • Stel je voor?