Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·ruim·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord staruimte staruimtes
staruimten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de staruimtev

  1. ruimte die men nodig heeft om te kunnen staan
    • Wintersporters en toeristen kunnen de dubbeldekkerkabelbaan op twee verschillende manieren ervaren. Van binnen kunnen zestig toeristen de grote ramen gebruiken om de omgeving in zich op te nemen. Bovenop, in het 'cabrio'-gedeelte van de gondel, is staruimte voor ongeveer dertig personen. [1] 
  2. de hoeveelheid ruimte waar men kan staan
    • De maximale dakkapelhoogte gaat van 150 naar 175 centimeter. Dat vergroot de staruimte in de dakkapel. Bestaande bepalingen over afstand tot de nok en de goot blijven van kracht (afbeelding 2). [2] 

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf KENNETH STAMP 08 nov. 2012 Zwitserse dubbeldekgondel
  2. Reformatorisch Dagblad Gerard Vroegindeweij 29-09-2010 [https://www.rd.nl/vandaag/binnenland/ruimere-regels-voor-vergunningvrij-bouwen-1.245681 Ruimere regels voor vergunningvrij bouwen]
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be