starlings
- star·lings
- met onbeweeglijke starende blik
- starrelings, sterlings (uitspraakvarianten)
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "starlings" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ starlings op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron De man, die in den weg stond. in: De Zuid-Willemsvaart, jrg. 48 nr. 302 (24 december 1928), Jos Leloup, Helmond
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
starlings mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord starling