stangen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stan·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stangen |
stangde |
gestangd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
stangen
- overgankelijk (informeel) proberen iemand op te jutten
- ▸ Tijdens het koken zat iedereen elkaar continu te stangen alsof we elkaar al jaren kenden.[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Zelfstandig naamwoord
stangen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord stang
Gangbaarheid
- Het woord stangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "stangen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ stangen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be