standaardisatie
- stan·daar·di·sa·tie
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘het standaardiseren’ voor het eerst aangetroffen in 1927 [1]
- Naamwoord van handeling van standaardiseren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | standaardisatie | standaardisaties |
verkleinwoord | - | - |
de standaardisatie v
- het standaardiseren (het invoeren van een standaard)
- De standaardisatie van de eenheden waarmee men meet is nog steeds niet overal ter wereld doorgevoerd. Zo gebruikt men met name in de VS nog allerlei niet SI-eenheden.
- Het woord standaardisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "standaardisatie" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "standaardisatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ standaardisatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be