• stam·pend
vervoeging van: stampen
verbogen vorm: stampende

stampend

  1. onvoltooid deelwoord van stampen
  2. attributief gebruikt
    • Met stampende passen liep ze de trap op. 
    • De stampende muziek hield hem uit zijn slaap. 
  3. bijwoordelijk gebruikt
    • Stampend op de vloer geeft ze het ritme aan.