Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stagering stageringen
verkleinwoord stagerinkje stagerinkjes

Zelfstandig naamwoord

de stageringv

  1. (medisch) medisch onderzoek naar de verbreiding van een kwaadaardige ziekte in het lichaam met name om vast te leggen hoever de ziekte gevorderd is

Gangbaarheid