sprongen uit
- Geluid: sprongen uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsprɔŋə(n) ˈœyt / (3 lettergrepen)
- spron·gen uit
vervoeging van |
---|
uitspringen |
sprongen (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitspringen
- Wij sprongen uit.
- Jullie sprongen uit.
- Zij sprongen uit.
- Wij sprongen uit.
- Het woord sprongen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.