Een springbron.
  • spring·bron
enkelvoud meervoud
naamwoord springbron springbronnen
verkleinwoord

de springbronv / m

  1. een plek waar bronwater naar buiten spuit
    • Hoe wel ken ik de springbron die maar stroomt
      hoewel de nacht heerst[1]
       
    • Den 24sten. der meergenoemde Maand October, s' morgens omtrent zeven uuren, trad ik, in gezelfschap van twee Paters, en twee Drogemans, uit het Klooster van Bethlehem, om de Fons Signatus, of, Gezegelde Spring-bron, te gaan bezichtigen.[2] 
  1. Boheems glas
    Jacques Hamelink
    2013
  2. REIZEN Van CORNELIS de BRUYN, 1698