• spreidt ten·toon
vervoeging van
tentoonspreiden

spreidt (…) tentoon

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tentoonspreiden
    • Jij spreidt tentoon. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tentoonspreiden
    • Hij spreidt tentoon. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tentoonspreiden
    • Spreidt tentoon!