spraken aan
- Geluid: spraken aan (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsprakə(n) ˈan / (3 lettergrepen)
- spra·ken aan
vervoeging van |
---|
aanspreken |
spraken (…) aan
- meervoud verleden tijd van aanspreken
- Wij spraken aan.
- Jullie spraken aan.
- Zij spraken aan.
- Wij spraken aan.
- Het woord spraken aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.