spoorwachter
- spoor·wach·ter
- samenstelling van spoor en wachter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spoorwachter | spoorwachters |
verkleinwoord | spoorwachtertje | spoorwachtertjes |
de spoorwachter m
- (spoorwegen) (beroep) (geschiedenis) iemand die bij een spoorwegovergang ervoor zorgde dat de spoorbomen op tijd open- en dichtgingen
- Het woord spoorwachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spoorwachter" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be