Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·bond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoorbond spoorbonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spoorbondm

  1. de vakbond van het spoor (de spoorwegen)
    • De spoorbond organiseerde vorige week nog een onaangekondigde werkonderbreking. 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

60 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be