spoorbond
- spoor·bond
- samenstelling van spoor zn en bond zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spoorbond | spoorbonden |
verkleinwoord |
de spoorbond m
- de vakbond van het spoor (de spoorwegen)
- De spoorbond organiseerde vorige week nog een onaangekondigde werkonderbreking.
- Het woord spoorbond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spoorbond" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be