• spoelt voor·uit
vervoeging van
vooruitspoelen

spoelt vooruit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitspoelen
    • Jij spoelt vooruit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitspoelen
    • Hij spoelt vooruit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitspoelen
    • Spoelt vooruit!