spitste toe
- Geluid: spitste toe (hulp, bestand)
- spits·te toe
vervoeging van |
---|
toespitsen |
spitste toe
- enkelvoud verleden tijd van toespitsen
- Ik spitste toe.
- Jij spitste toe.
- Hij, zij, het spitste toe.
- Ik spitste toe.
- Het woord spitste toe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.