spinnaker
- spin·na·ker
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘een bijzeil’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1946 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spinnaker | spinnakers |
verkleinwoord | - | - |
de spinnaker m
- (scheepvaart) een groot bol en van brede banen dundoek gemaakt voorzeil dat gevoerd wordt voor de voorstag op een spinnakerboom en wordt ingezet bij 'voor de wind'-varen
- Het woord spinnaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spinnaker" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "spinnaker" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ spinnaker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be