spijen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spij·en
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands spiën [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spijen |
spijde |
gespijd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
spijen [2]
- (verouderd) overgankelijk spugen, uit de mond werpen
- (verouderd) overgankelijk braken, overgeven
Gangbaarheid
- Het woord spijen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.