spelvaardigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spel·vaar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- [1]: samenstelling van spel zn en vaardigheid zn
- [2]: samenstelling van spel ww en vaardigheid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spelvaardigheid | spelvaardigheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de spelvaardigheid v
- (spel) vaardigheid in een spel
- vaardigheid in het spellen
Gangbaarheid
- Het woord spelvaardigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.