Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelverbod speelverboden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het speelverbodo

  1. verordening dat men een toneeluitvoering niet mag opvoeren
     De kust van Utopia is zo actueel, dat wij ieder moment verwachtten dat de politie een inval zou doen, de acteurs een speelverbod zou opleggen en het stuk zelf zou verbieden.[1]
  2. verbod om aan een sportwedstrijd mee te doen
     Mannarino behoort tot een groep van elf spelers die in de buurt van Benoît Paire zijn geweest, de Franse tennisser die in New York positief testte op het coronavirus en vervolgens uit het speelschema werd gehaald. Sindsdien won Mannarino twee ronden en nu opeens zou hij ook een speelverbod krijgen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  2.   Weblink bron “Na veel vertraging en speculaties wint Zverev uiteindelijk van Mannarino” (05-09-2020), NOS