speelt samen
- Geluid: speelt samen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspelt ˈsamə(n) / (3 lettergrepen)
- speelt sa·men
vervoeging van |
---|
samenspelen |
speelt (…) samen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenspelen
- Jij speelt samen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenspelen
- Hij speelt samen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van samenspelen
- Speelt samen!
- Het woord speelt samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.