• speel·drift
enkelvoud meervoud
naamwoord speeldrift speeldriften
verkleinwoord

de speeldriftv / m [1]

  1. de onbedwingbare neiging om te spelen
     De Arlecchino voor de meest indrukwekkende mannelijke bijrol ging naar Stefan de Walle voor zijn rol in Speeldrift. 'Met minimale gezichtsexpressie weet hij in stembuiging en lichaamstaal een reeks van emoties te verbeelden.' Astrid van Eck ontving de vrouwelijke evenknie, de Colombina, voor haar rol in Honingjagers.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Belangrijkste toneelprijzen voor Pierre Bokma en Halina Reijn” (15-09-2013), Tubantia