speelden voor
- Geluid: speelden voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspeldə(n) ˈvor / (3 lettergrepen)
- speel·den voor
vervoeging van |
---|
voorspelen |
speelden (…) voor
- meervoud verleden tijd van voorspelen
- Wij speelden voor.
- Jullie speelden voor.
- Zij speelden voor.
- Wij speelden voor.
- Het woord speelden voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.