speelde toneel
- Geluid: speelde toneel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspeldə toˈnel / (4 lettergrepen)
- speel·de to·neel
- uit speelde (werkwoord) en toneel (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
toneelspelen |
speelde (…) toneel
- enkelvoud verleden tijd van toneelspelen
- Ik speelde toneel.
- Jij speelde toneel.
- Hij, zij, het speelde toneel.
- Ik speelde toneel.
- Het woord speelde toneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.