speel viool
- Geluid: speel viool (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspel viˈjol / (3 lettergrepen)
- speel vi·ool
- uit speel (werkwoord) en viool (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
vioolspelen |
speel (…) viool
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vioolspelen
- Ik speel viool.
- gebiedende wijs van vioolspelen
- Speel viool!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vioolspelen
- Speel je viool?
- Het woord speel viool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.