speel toneel
- Geluid: speel toneel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspel toˈnel / (3 lettergrepen)
- speel to·neel
- uit speel (werkwoord) en toneel (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
toneelspelen |
speel (…) toneel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toneelspelen
- Ik speel toneel.
- gebiedende wijs van toneelspelen
- Speel toneel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toneelspelen
- Speel je toneel?
- Het woord speel toneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.