• speel klaar
vervoeging van
klaarspelen

speel klaar

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaarspelen
    • Ik speel klaar. 
  2. gebiedende wijs van klaarspelen
    • Speel klaar! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaarspelen
    • Speel je klaar?