speeddate
- speed·date
- Leenwoord uit het Engels, zie speed date
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speeddate | speeddates |
verkleinwoord | - | - |
de speeddate m
- de keer dat men tijdens een ontmoetingsavond zeer kort kennismaakt met diverse potentiële partner
vervoeging van |
---|
speeddaten |
speeddate
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van speeddaten
- Ik speeddate.
- gebiedende wijs van speeddaten
- Speeddate!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van speeddaten
- Speeddate je?
- aanvoegende wijs van speeddaten
- Het woord speeddate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.