Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spaar·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spaardeel spaardelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het spaardeelo

  1. deel van een spaarhypotheek dat je als kapitaal spaart om later de hypotheek in één keer te kunnen aflossen
    • Menig spaarder zal worden verleid door de hogere rendementen op aandelen. Met beleggen is niets mis, maar breng de risico’s goed in kaart. Voor iedereen met een spaar(bank)hypotheek geldt: ga eens kijken of u extra kunt storten in het spaardeel van deze hypotheek. De spaarrente is hier gelijk aan de hypotheekrente die u betaalt. [1] 
    • Bij spaarhypotheken kan het spaardeel bijvoorbeeld worden gezien als vermogen waarvoor een rendementsheffing door de fiscus geldt. Ook kan er een regeling komen waarbij aflossen van de schuld fiscaal wordt gestimuleerd. [2] 
    • Wij hebben begin 2008 ons appartement gekocht voor 237.000 euro met een hypotheek van 265.000 euro (50 procent spaarhypotheek). Nu was het plan om na vijf jaar te verhuizen. Wij hoopten door stijging van de waarde en het 50 procent spaardeel de kosten te hebben terugverdiend. Helaas is de waarde ervan het huis juist gedaald, dus nu dreigt er een flinke restschuld. Wat zijn de beste mogelijkheden om de restschuld in de financiering van een volgende woning mee te nemen? Anders moeten wij helaas onze spaarrekeningen legen. [3] 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen