• spå·dom
  • Afleidinging van het Noorse werkwoord spå met het achtervoegsel -dom
Naar frequentie 27505
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   spådom     spådommen     spådommer     spådommene  
genitief   spådoms     spådommens     spådommers     spådommenes  

spådom, m

  1. voorspelling
    «Anerkjent spådame er meget treffsikker i sin spådom om din fremtid.»
    Erkende waarzegster is zeer nauwkeurig in zijn voorspelling over je toekomst.



  • spå·dom
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord spå met het achtervoegsel -dom
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   spådom     spådomen
spådommen  
  spådomer
spådommer  
  spådomene
spådommene  

spådom, m

  1. voorspelling