snufferd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  snufferd    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• snuf·ferd

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van snuffen met het achtervoegsel -erd

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	snufferd	snufferds
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de snufferd m

1. (informeel) neus
2. (informeel) gezicht

Gangbaarheid

• Het woord snufferd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snufferd" herkend door:

92 %	van de Nederlanders;
53 %	van de Vlamingen.