snoerschakelaar
- snoer·scha·ke·laar
- samenstelling van snoer en schakelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snoerschakelaar | snoerschakelaars |
verkleinwoord | snoerschakelaartje | snoerschakelaartjes |
de snoerschakelaar m
- (elektrotechniek) een aan een elektrisch snoer bevestigde druk- of tuimelschakelaar
- Het woord snoerschakelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.