sneetje
- snee·tje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | sneetje | sneetjes |
het sneetje o dim. tant.
- dunne afgeneden plak, gewoonlijk van brood
- Wil je één sneetje of twee?
het sneetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snee
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snede
- Het woord sneetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sneetje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be