Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sneed fijn
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
fijnsnijden

sneed fijn

  1. enkelvoud verleden tijd van fijnsnijden
    • Ik sneed fijn. 
    • Jij sneed fijn. 
    • Hij, zij, het sneed fijn. 


Gangbaarheid