smouten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smou·ten
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van smout (varkensvet)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smouten |
smoutte |
gesmout |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
smouten
- overgankelijk (werktuigbouwkunde) (techniek) iets insmeren met olie of een vettige vloeistof
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord smouten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smouten" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be