smoezen
- smoe·zen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smoezen |
smoesde |
gesmoesd |
zwak -d | volledig |
smoezen
- (Jiddisch-Hebreeuws) praten
- (Jiddisch-Hebreeuws) gedempt praten
- (Jiddisch-Hebreeuws) praatjes verkopen, een uitvlucht aanvoeren
de smoezen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord smoes
- Het woord smoezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smoezen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be