smishing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smi·shing
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smishing | smishings |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- vorm van cybercriminaliteit waarbij de crimineel probeert gegevens van het slachtoffer te bemachtigen met behulp van valse sms-berichten met het doel diens bankrekening te plunderen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'smishing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.