Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smi·shing
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord smishing smishings
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de smishingv / m

  1. vorm van cybercriminaliteit waarbij de crimineel probeert gegevens van het slachtoffer te bemachtigen met behulp van valse sms-berichten met het doel diens bankrekening te plunderen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie