smeerpijperij
- Geluid: smeerpijperij (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsmerpɛipəˌrɛi / (4 lettergrepen)
- smeer·pij·pe·rij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smeerpijperij | smeerpijperijen |
verkleinwoord | smeerpijperijtje | smeerpijperijtjes |
de smeerpijperij v
- viezigheid
- Maar mijn eerste schoonmoeder bijvoorbeeld zette altijd koekepannen met allerlei smeerpijperij op mijn handschriften. [1]
- erg walgelijke of zedeloze handeling of uiting
- En dit is pornografie, dit hoort niet in dit boek, dit is smeerpijperij voor vieze oude mannen. [2]
- Het woord 'smeerpijperij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Proedovski, L. (vert. L. Starink)"Ik blijf in bed want ik barst van de gedachten" in: NRC Handelsblad jrg. 20 nr. 293 (14 september 1990); p. 35 (CS 7) kol. 3; geraadpleegd 2017-05-15
- ↑ Kossmann, A.Geur der droefenis. (1980) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; ISBN 90 214 7132 9: p. 38; geraadpleegd 2017-05-15