Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smeer·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aansmeren

smeerden (…) aan

  1. meervoud verleden tijd van aansmeren
    • Wij smeerden aan. 
    • Jullie smeerden aan. 
    • Zij smeerden aan. 

Gangbaarheid