Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smør·re·brød
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Deens, in de betekenis van ‘plakje brood met boter en beleg’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1968 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord smørrebrød smørrebrøds
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het smørrebrødo

  1. (voeding) een traditioneel Deens lunchgerecht dat doorgaans bestaat uit een beboterde snee roggebrood, die met een uitgebreid beleg van saus, kaas, vlees, vis, rauwkost en/of andere voedingsmiddelen versierd wordt
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen