slokop
- slok·op
- samenstelling van slok en op [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slokop | slokoppen |
verkleinwoord | - | - |
slokop m
- wezen of apparaat dat veel opslokt
- Zo'n Hummer is een enorme slokop, die veel benzine zuipt; daarom zie je ze niet veel meer.
- Het woord slokop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slokop" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ slokop op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be