sloeg los
- sloeg los
vervoeging van |
---|
losslaan |
sloeg los
- enkelvoud verleden tijd van losslaan
- Ik sloeg los.
- Jij sloeg los.
- Hij, zij, het sloeg los.
- Ik sloeg los.
- Het woord sloeg los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.